Wedstrijdjudo

Bij judo hoort competitie. Grondlegger Jigoro Kano, zelf een gevorderde jiu jitsuka, wilde het competitie-element verbeteren. Jiu jitsu is gericht op verdediging tegen en uitschakeling van de tegenstander. Kano ontwikkelde judo uit het jiu jitsu met de bedoeling niet de tegenstander uit te schakelen maar te controleren.

Hij haalde veel elementen uit het jiu jitsu, maar stopte er ook nieuwe elementen in, o.a. uit het worstelen. Hij ontwikkelde judo, waarbij de tegenstander gecontroleerd wordt door gebruik te maken van zijn aanvalskracht. De zachte weg werd gerealiseerd.

Vervolgens ging judo een eigen ontwikkeling tegemoet. Hedendaags is het een wereld en Olympische sport. Toernooien zijn er op elk niveau.

Om een goed (wedstrijd)judoka te worden dien je minimaal 2x per week te oefenen, waarbij veel randori gedaan wordt. De ervaring krijg je door aan veel wedstrijden deel te nemen. Belangrijk voor kinderen is dat winnen en verliezen niet belangrijk is, het is een onderdeel van het judo.

Winnen is leuk, verliezen is jammer. Of je wint of verliest, je coach zal je vervolgens vertellen wat goed ging en wat fout. Want het blijft een doorgaand leerproces. Je stopt nooit met leren en je bent nooit uitgeleerd. Je leert van je tegenstanders, je oefenpartners, je leraren, en van het kijken naar andere judoka. En als je goed observeert, zie je elke weer iets nieuws. Als je sommige technieken moeilijk vindt, kijk je hoe anderen dat doen, welke aanwijzingen je leraar geeft, en neem je alles mee in je eigen oefening.

Als je deel neemt aan een toernooi om een prijs te behalen, wordt je nooit een echte kampioen. Je gaat voor elke partij, daar stop je al je vermogen en kennis in. En het resultaat moet een goed gevoel zijn.

Kracht is belangrijk in het wedstrijdjudo. Op je twaalfde kun je langzaam beginnen met krachttraining met behulp van je eigen lichaam. Push ups, sit ups, hardlopen, jezelf optrekken, kikkeren, paardjerijden met je partner, enz.

Op je veertiende kun je met lichte gewichten gaan trainen en naarmate je ouder wordt kun je dat zwaarder maken. Je lichaam moet er wel klaar voor zijn. In de puberteit kun je de krachttraining langzaam opbouwen en uitbreiden. Dat kun je met speciale krachttrainers van je school doen, het kan ook door je door fitnesstrainers op de fitnessschool te laten begeleiden met speciaal voor jou bedachte programma’s. Bedenk altijd, judo heeft snelheid en techniek nodig, iets wat niet mogelijk is als je alleen maar zware krachttraining doet. De krachttraining moet bestaan uit snelheid, gewicht en uithoudingsvermogen.

Wedstrijdjudo is goed voor elke judoka. Hij of zij ontwikkelt snel meer judogevoel en leert daardoor sneller.

Moet je daarvoor een vechtersbaas zijn? Absoluut niet. Judo is een spel en degenen die dat eenmaal door hebben, kunnen zich goed ontwikkelen.

Geef een reactie